Doodsoorzaak nr 2 in Nederland: in 2011 stierven bijna 40.000 mensen hieraan. Maar ook gevolgen van verminderd functioneren van de aderen zijn voor velen merkbaar. Pijn op de borst, kortademig, verhoogd cholesterol, hoge bloeddruk, verminderde energie, opgezette benen, spataderen, snel moe, tia’s of lichte infarcten en/of bloedingen. Heb je ermee te maken, voor jezelf of in je familie, dan kun je je zorgen maken dat er bij jou ook een keer iets goed mis gaat.
Het is fijn om te weten dat je heel veel kunt doen voordat het te laat is. Preventief dus.
Ik wil niet!!
Voordat je merkt dat het met je hart of je vaten niet zo goed gaat zijn er jaren aan vooraf gegaan waarin het probleem is ontstaan. Als je het merkt dan loop je in feite een paar jaar achter. Dat is lastig als je plotseling te maken krijgt hiermee. We willen dat niet. We willen doorgaan met ons leven!
Wat we willen is eeuwig gezond en geen gedoe aan ons lichaam.
En als het mis gaat een pil ertegen en gewoon door kunnen gaan.
Zo werkt het echter niet. Een pil werkt symptomatisch en pakt niet de oorzaak aan. Verander je verder niets dan kun je erop wachten dat het erger wordt.
Als je wilt luisteren naar je lichaam dan geeft die aan wat er nodig is. Besluiten om te luisteren naar je lichaam is de eerste stap op weg naar gezondheid. Ga je daarnaar handelen dan kan je lichaam zelf al heel veel schade opruimen en gaan helen.
Wat zijn hart- en vaatziekten eigenlijk?
De grote noemer is dat er ergens een vernauwing of verstopping is in je vaten waardoor het weefsel dat daar achter ligt minder/geen bloed en dus zuurstof en voedingsmiddelen krijgt.
De verstopping kan een langzame vernauwing van een (slag)ader of het volledig dichtslaan van een haarvaatje zijn. Daar zijn verschillende benamingen voor, afhankelijk van de plek waar het gebeurt. Een goed overzicht hiervan geeft de website: www.volksgezondheidenzorg.info
Conditie van je vaatwand.
De oorzaak van het vernauwen of blokkeren van een bloedvat zit ‘m in het langzaam verslechteren van de vaten. De vaatwanden moeten van binnen helemaal glad zijn om het bloed vrijelijk te laten stromen met zo min mogelijk weerstand. Geen haakjes en oogjes die het bloed tegenhouden en waar van alles aan kan blijven vastkleven. Verder moeten met name de slagaders zeer elastisch zijn om de hartstoot die telkens gegeven wordt op te kunnen vangen en het bloed verder het lichaam in te sturen.
Dit luistert heel nauw. Té elastische vaatwanden en het bloed verliest de (druk)kracht om in de uiterste hoekjes en gaatjes van ons lichaam te komen (handen en tenen en oren). Te strakke vaatwanden en het bloed komt met zo’n vaart in de hele dunne haarvaatjes dat die kunnen knappen. De plekken die daar gevoelig voor zijn hebben heel veel haarvaatjes, zoals nieren, het hart zelf, de longen en de hersenen. Een knappend haarvaatje veroorzaakt een bloeding (bijv hersenbloeding).
Een volledige blokkeren van een (haar)vat veroorzaakt een infarct (herseninfarct, hartinfarct). Afhankelijk van de plek waarop dit gebeurt zijn de gevolgen meer of minder ernstig en is de naam ook anders (longembolie is propje in de longhaarvaatjes).
Eetpatroon
Door ons eetpatroon en onze leefwijze gaat de conditie van onze vaatwanden achteruit. Over het algemeen worden de slagaders minder flexibel en de aders verliezen hun elasticiteit (oa spataderen tot gevolg en vochtophoping in de benen).
De hartslag veroorzaakt telkens een druk op de slagaders. Deze moeten telkens weer uitrekken en terugveren. Elke cel in een slagader moet dus over een bepaalde elasticiteit beschikken. Die elasticiteit zit ‘m in de celwand, de rest is namelijk water. De celwand bestaat uit fosfolipiden. Ofwel vetzuren met een wateroplosbaar kopje. Vetzuren zijn sliertjes vet die we zelf maken of maken uit het vet dat we eten. Het woord ‘zuur’ betekent dat eén kant van het vetsliertje kan binden met een fosforkopje dat in het water kan oplossen.
De soorten vetzuren (ofwel fosfolipiden) in onze celwand bepalen de conditie van onze vaatwanden. De meeste vetten in ons lichaam maken we zelf uit de vetten die we eten. Er zijn echter een aantal vetzuren die we niet zelf kunnen aanmaken en dat zijn de onverzadigde vetzuren. Die moeten uit onze voeding komen. En het zijn juist deze vetzuren die voor flexibiliteit in onze celwanden zorgen. Dat de cellen flexibel zijn en gemakkelijk kunnen communiceren met elkaar. Dat ze ´lekker in hun vel´ zitten. Op alle plaatsen in je lichaam is dat belangrijk maar vooral in je vaten en in je hersenen.
Heb je die onverzadigde vetten niet in je voeding zitten dan kan het lichaam deze ook niet inbouwen in de celwand.